Lezen

“Zij die lezen, schrijven beter.” (Krashen,1993a)

“Ik wilde Engels schrijven en ik kende nog geen Engelse grammatica. Ik kocht grammaticaboeken en vond ze maar saai. Ik merkte dat ik een beter gevoel voor taal kreeg door romans te lezen dan door grammatica’s te bestuderen.” (Wright, 1966)
E0zrAmB5ZTowG_8y330QcKoSncBPT9zeSxh5w5N2J5s“Schooljongens die twee jaar lang zelfgekozen paperbacks lazen presteerden beter dan een vergelijkbare groep jongens op het gebied van vloeiende taalbeheersing, complexiteit van het geschrevene en lezen, alsmede in zelfvertrouwen en studiehouding” (Fader, 1976)

Lezen, zo mag uit bovenstaande citaten blijken, vormt een onmisbaar onderdeel van de taalverwerving, en dus van het taalonderwijs. In TPRStorytelling lezen de leerlingen dan ook veel. Het vergroot hun woordenschat, scherpt hun “taalgevoel” aan en biedt de docent bovendien een ideale bron voor grammatica pop-ups. De teksten die worden gelezen bij TPRS zijn geschreven versies van de klasseverhalen, uitgebreidere leesteksten van ieder klasseverhaal en nog langere teksten die al eerder behandelde woordenschat en grammatica omvatten.
XyBeWI3luMzEprbXvQ5ocrQzh_O6bqy-b5663NTcuuMAlle verhalen die in de klas worden “gevraagd”, worden vervolgens door de leerlingen in de klas gelezen. Eén leerling leest de tekst hardop voor in het Nederlands. Dit is een ideale manier om te zorgen dat alle leerlingen begrijpen wat er staat. Zoals altijd bij TPRS is begrijpelijkheid een top-prioriteit. Vervolgens stelt de docent vragen over de gegevens uit de tekst. Naarmate de tekst langer is, gebeurt dit per alinea. De docent cirkelt rond gegevens uit de tekst en breidt dit uit naar PQA. Dit wordt gedaan met de uitgebreidere leesteksten en de hoofdstukteksten. Daarnaast krijgen leerlingen zodra ze eraan toe zijn, opdracht om zelf boekjes te gaan lezen. Twee dingen zijn zeer belangrijk bij het aanbieden van vrij leesmateriaal:

– Voor vrij lezen moet de tekst voor 90% begrijpelijk zijn, dat wil zeggen dat de leerlingen 90% van de woorden al moeten kennen. Bij een lager percentage bekende woorden kan niet voldoende taalverwerving meer plaats vinden. Bovendien leidt dat tot frustratie en bederft dus het leesplezier en de motivatie.

– De leesteksten moeten interessant zijn voor de leerling. Het werkt het beste de leerling, zodra dit mogelijk is, zelf de boeken te laten kiezen die hij of zij wil lezen.

Voor beginnende lezers zijn er diverse boekjes verkrijgbaar die aan beide voorwaarden voldoen. Deze worden in de klas gelezen op dezelfde wijze als de les-verhalen en uitgebreidere verhalen. Daarnaast voeren sommige docenten een  vrij-lezenuur in, waarbij leerlingen in de klas uit een klassebibliotheek boeken lezen. Er dient wel voldoende aanbod te zijn.